Wat het aangekondigde vertrek van Sigrid Kaag ons kan leren over inclusief leiderschap

- Daphne Kouwenberg

Vertrek

Vanmorgen maakte Sigrid Kaag bekend dat ze zich niet opnieuw kandidaat stelt als lijsttrekker. Intimidatie, haat en bedreiging en het effect daarvan op haar gezin vormen de belangrijkste reden. En dat raakte me. Haar besluit maakt wat mij betreft pijnlijk duidelijk dat we nog ver verwijderd zijn van een veilige, respectvolle maatschappij. Het lijkt wel alsof we elkaar bij een verschil van mening niet meer als medemens kunnen zien en gelijk vervallen in dreigementen of persoonlijke aanvallen. Waarom lukt het ons niet om het over de inhoud te laten gaan en niet over de persoon die de inhoud verkondigt of representeert?

Het afgelopen jaar heb ik meerdere trainingen mogen geven over diversiteit en inclusie, privileges en micro-agressies. Als er iets is wat ik daarbij geleerd heb, dan is het wel dat we nog veel te leren hebben. In welke woorden we kiezen, de discussies die we voeren, de ideeën die we delen en de tolerantie en respect die we tonen voor de mensen om ons heen – ook als we het niet met hen eens zijn. Inclusie vraagt om ruimte voor het inbrengen van je eigen identiteit, verbinding kunnen maken en je veilig voelen om aspecten van jouw zijn in te mogen brengen. Om ruimte voor kwetsbaarheid en het voeren van het ‘goede’ gesprek over verschillen. Zo’n gesprek zou nooit onveilig mogen zijn, maar kan wel oncomfortabel voelen. Zoals Sigrid zelf al zei toen ze net gekozen was; “Inclusief leiderschap is gericht op dialoog. Dat kan partij overstijgend zijn, maar met een rechte rug als de thema’s moeilijk zijn.”

Niet ‘of/of’, maar ‘en/en’

Ook in de organisaties waar wij mogen werken zien we geregeld terug dat een verschil van mening persoonlijk wordt. Het wordt dan van ‘wij zien het anders’ al snel ‘jij hebt ongelijk’ of ‘jij snapt het niet’. We stellen de persoon ter discussie in plaats van het idee. Het lijkt wel alsof het steeds lastiger wordt om te gaan met de verschillen in perspectieven, meningen, ervaringen, invalshoeken. Het kan dat we iets anders vinden en dat we allebei gelijk hebben. Sterker nog, ik zie het als een kans om respectvol van mening te kunnen verschillen. Hoe komt het dan dat dat toch zo lastig is?

We vormen onze mening altijd aan de hand van aannames over wat voor ons klopt of logisch lijkt. Ze helpen ons om betekenis te geven aan de wereld om ons heen, om te bepalen wat klopt en wat niet. Onze aannames zijn echter ook gebaseerd op onze eigen ‘bubbel’ met ervaringen, normen en waarden en de mensen waar we het meest aan blootgesteld zijn. Ze kunnen leiden tot onbewuste vooroordelen die op hun beurt interactie in de weg kunnen zitten. Onze intenties, gedrag en het effect daarvan liggen vaak niet op één lijn. We hebben dan ook nog veel te leren over hoe onze onbewuste vooroordelen ons gedrag sturen, zelfs als onze intenties goed zijn.

Het inclusie-principe ‘niet of/of, maar en/en’ kan hierbij helpen:

  • We hebben allemaal onze eigen meningen, maar de vraag is of het je lukt om die van een ander niet als obstakel te zien?
  • Denk en/en en hou het gezamenlijke doel voor ogen.
  • Ga uit van je eigen voorkeur en voeg daar de kwaliteit van anderen aan toe.
  • Ga op zoek naar zichtbare en onzichtbare verschillen en leer ze te waarderen in plaats van ze ter discussie te stellen.

Inclusief leiderschap

Het actief opzoeken van de verschillen en de dialoog, zoals Sigrid Kaag doet, is een inclusieve leiderschapsvaardigheid en essentieel voor een gezonde democratie en een evenwichtige maatschappij. Het brengt een meer genuanceerde en meer begripvolle wereld. Het vraagt inzet, leiderschap en moed om je uit te spreken tegen intimidatie. En dat vind ik enorm bewonderenswaardig. Ook in haar keuze om zich niet kandidaat te stellen laat zij weer het nodige leiderschap zien. En ze zal het ook nu weer niet goed doen, gezien de vele haatreacties die onder haar LinkedIn bericht reeds verschijnen. Haar keuze geeft wat mij betreft de noodzaak aan tot verandering.

Tot slot, bij het schrijven van dit blog merk ik bij mezelf de neiging om mijn verhaal in te kleden met allerlei voorbehouden over waarom ik er wel of niet iets van zou mogen of kunnen vinden. Ik heb zinnen verwijderd over dat ik niet zo veel van politiek weet, maar wel over leiderschap en diversiteit, om maar te beargumenteren waarom ik er iets over te zeggen mag hebben. Het lijkt wel alsof ik anticipeer op mensen die zeggen: wie ben jij om hier iets van te vinden? Dat raakt het punt dat ik wil maken. Je perspectief delen, laten zien wie je bent en wat je vormt, zou nooit gestraft mogen worden. Je zou je niet in allerlei bochten moeten wringen om een bijdrage te mogen leveren aan een discussie. Wellicht ben jij het niet met me eens. En hoe spannend ik dat ook vind, ik ben ook benieuwd naar waar jij vandaan komt. Laten we samen zorgen dat onze verschillen er zijn door ze verder te onderzoeken en te verkennen.

Delen via:

Benieuwd hoe Goudvisie jou kan helpen bij vraagstukken over diversiteit en inclusie?